Overal waar je kijkt, lachende gezichten

Hoe breng je met een parcours een stad in beweging? Voor Harry Bonhof, Henri Bessembinder en Tino Verburg is die vraag belangrijk als ze een jaar lang schaven aan het mooiste rondje van Nederland. Ze hebben maar één doel: zorgen dat de lopers een prachtige dag hebben.

Harry Bonhoff begon in 2004 met een hardloopcursus bij Daventria. Ze wisten toen als vrijwilliger te strikken voor de eerste IJsselloop in 2006. Hij is nooit meer weggegaan en nu verantwoordelijk voor het startgebied.

Aan de start
Dat begint in alle vroegte met het opbouwen van bijvoorbeeld de startboog en de tijdwaarneming. Dan volgt de opbouw van de startvakken. De geluidsinstallatie wordt neergezet, het podium voor de prijsuitreiking en alle toiletten. ‘Als iedereen een mooie loopprestatie neerzet en een geweldige dag heeft, ben ik helemaal tevreden.’ Energie krijgt Harry ook van de inzet van al die 250 enthousiaste vrijwilligers: ‘Ik kan met enige trots zeggen dat, door al die vrijwilligers, het lukt dit geweldige evenement te organiseren.’

Slimmer parcours
Henri Bessembinder was twaalf jaar lid van Daventria. Hij was ook actief als leider bij jeugdatletiekwedstrijden, ook al omdat zijn dochter zelf bij Daventria traint. Al jaren is hij coördinator van de finish op de Brink. Daarbij hoort het neerzetten van de hekken, het trekken van de eindstreep. Maar ook zorgt hij dat de EHBO op de goede plek staat. Tussendoor regelt hij nog de opbouw van podia, drankposten en de beeldschermen.
Het opbouwen, is elke keer weer een prachtklus, benadrukt Henri. ‘Je weet nooit wat er gaat gebeuren en de IJsselloop vergt tegenwoordig een behoorlijke voorbereiding. We willen het met zijn allen toch gewoon zo goed mogelijk doen. Je wilt niet dat er iets gebeurt wat je vooraf niet had kunnen voorzien.’
Wat Henri leuk vindt, is elk jaar kijken of het opbouwen slimmer en ‘leaner’ kan: ‘Waardoor er bijvoorbeeld een mooier parcours ontstaat. Of een betere manier zoeken om de vele hardlopers sneller door het uitloopvak te loodsen. Dat alles zorgt ervoor dat de hardlopers een prachtige hardloopdag hebben. Ik hoop dat de IJsselloop nog lang een puur hardloopevenement voor Deventer blijft. Waar iedereen aan mee kan doen en met een prachtig publiek.’

Puzzelstukjes
Dan tot slot: Tino Verburg. Ook hij is een oude rot als het gaat om het IJsselloop-parcours. In 2011 liep hij hem zelf voor het eerst. Een paar maanden later was hij twee keer in de week op de baan bij Daventria te vinden. Meteen ging hij ook aan de slag als vrijwilliger voor de IJsselloop. Tegenwoordig is hij verantwoordelijk voor het parcours onderweg. Daar hoort onder meer bij: de inzet van verkeersregelaars en het regelen van de afzettingen. ‘Belangrijk is dat het parcours slim wordt afgezet. Het moet bereikbaar zijn, maar ook veilig. Wat het lastig maakt, is dat je Deventer niet de hele dag kunt afzetten. Je kunt het parcours niet te vroeg afzetten en je moet de wegen na afloop weer snel vrij kunnen geven.’

Misschien een klein detail, maar ook het plaatsen van de kilometerbordjes, is van de hand van Tino. ‘Dat luistert nauw. Als er bordje verkeerd staat, is de wereld te klein.’ Om het parcours goed neer te zetten, legt Tino de IJsselloop vaak al vele keren af. ‘Wel op de fiets’, lacht hij. ‘Zo weet ik precies waar ik die bordjes en hekken moet plaatsen.’
Het startschot voor de Kidsrun is zijn hoogtepunt. ‘Zo mooi als die horde grut weer door de straten rent. Maar ook in de middag als de andere lopers onderweg zijn, vind ik het prachtig. Dan kijk ik naar die bruggen en overal waar je kijkt, zie je lachende, rennende mensen. Heel Deventer beweegt, dat is de IJsselloop.’